LibreOffice 7.2 Help
Hiermee kunt u pagina-layouts voor documenten met één en meerdere pagina's definiëren, evenals een nummering en papierformaten.
Maak een keus uit een lijst met vooraf gedefinieerde papierformaten of definieer een eigen papierformaat.
Selecteer een vooraf gedefinieerd papierformaat of maak een eigen formaat door de afmetingen voor het papier in de vakjes Hoogte en Breedte in te voeren.
Geeft de breedte van het geselecteerde papierformaat weer. Wilt u een aangepast formaat definiëren, dan dient u hier een breedte in te voeren.
Geeft de hoogte van het geselecteerde papierformaat weer. Wilt u een aangepast formaat definiëren, voer dan hier een hoogte in.
Selecteer de papieroriëntatie voor weergave en afdrukken.
Geeft het huidige document weer en drukt deze af met het papier verticaal georiënteerd.
Geeft het huidige document weer en drukt het af met het papier horizontaal georiënteerd.
Selecteer de tekstrichting die u in uw document wilt gebruiken. De tekstdoorlooprichting 'van rechts naar links' (verticaal) roteert alle layout-instellingen 90 graden rechtsom, behalve de kop- en voettekst.
Tekstrichting verschijnt alleen als Aziatisch of Complexe tekstlay-out is ingesteld in .
Selecteer de papierbron voor uw printer. U kunt desgewenst verschillende papierladen aan verschillende paginastijlen toewijzen. Wijs bijvoorbeeld een andere papierlade aan het opmaakprofiel Eerste pagina toe en laad deze met het briefpapier van uw bedrijf.
Specificeer de hoeveelheid ruimte die u tussen de randen van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de linkerrand van de pagina en de documenttekst. Als u de paginalay-out Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de binnenste tekstmarge en de binnenrand van de pagina.
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de rechterrand van de pagina en de documenttekst. Als u de paginalay-out Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die tussen de buitenste tekstmarge en de buitenste rand van de pagina moet worden gelaten.
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de linkerrand van de pagina en de linkermarge. Als u de paginalay-out Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de binnenste paginamarge en de binnenrand van de pagina.
Voer de hoeveelheid ruimte in die u tussen de bovenrand van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Voer de hoeveelheid ruimte in die u tussen de benedenrand van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Specificeer of het huidige opmaakprofiel oneven pagina's, even pagina's of zowel oneven als even pagina's moet weergeven.
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont zowel oneven als even pagina's met linker- en rechtermarges zoals gespecificeerd.
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont zowel oneven als even pagina's met binnen- en buitenmarges zoals gespecificeerd. Gebruik deze lay-out als u de afgedrukte pagina's als een boek wilt binden. Voer de bindruimte in als de "Binnenste" marge.
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont alleen oneven (rechter) pagina's. Even pagina's worden weergegeven als blanco pagina's.
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont alleen even (linker) pagina's. Oneven pagina's worden weergegeven als blanco pagina's.
Selecteer de opmaak van de dianummering dat u wilt gebruiken voor de huidige dia-stijl.
Selecteer de opmaak voor de paginanummering die u wilt gebruiken voor het huidige pagina-opmaakprofiel.
Selecteer het alinea-opmaakprofiel dat u als volgende wilt gebruiken om de tekst op het geselecteerde pagina-opmaakprofiel uit te lijnen. De hoogte van het lettertype dat is opgegeven in et volgende opmaakprofiel, bepaalt de afstand van het verticale paginaraster.
Lijnt de tekst op de geselecteerde paginastijl uit op een verticaal paginaraster. De afstand van het raster wordt bepaald door het Volgend opmaakprofiel.
Maakt het mogelijk om te kiezen of de rugmarge van het huidige document aan de linkerkant van de pagina's van het document moet worden geplaatst (standaard) of bovenaan de pagina's van het document wanneer het document wordt weergegeven.
Specificeer de uitlijningsopties voor de cellen op een afgedrukte pagina.
Centreert de cellen horizontaal op de afgedrukte pagina.
Centreert de cellen verticaal op de afgedrukte pagina.
Verandert de grootte van de tekenobjecten zodat ze passen op het papierformaat dat u selecteert. De opstelling van de tekenobjecten blijft behouden.