LibreOffice 7.2 Help
U kunt met behulp van de Navigator koppen en ondergeschikte tekst omhoog en omlaag verplaatsen in een documenttekst. U kunt kopniveaus ook omhoog en omlaag verplaatsen. Maak de koppen in uw document op met een van de vooraf gedefinieerde alinea-opmaakprofielen voor koppen om deze functie te gebruiken. Wilt u een aangepast alinea-opmaakprofiel voor een kop maken, dan kiest u Extra - Hoofdstuknummering, selecteert u het opmaakprofiel in het vak Alinea-opmaakprofiel, en dubbelklikt u op een getal in de lijst Niveau.
Als u de tekstcursor snel naar een kop in het document wilt verplaatsen, dubbelklikt u op de kop in de Navigator.
Om de Navigator vast te zetten, sleept u de titelbalk naar het uiteinde van de werkruimte. Om de Navigator te laten zweven, dubbelklikt u in het kader terwijl u de CommandoCTRL-toets ingedrukt houdt.
Zorg er voor dat alle kop-niveaus worden weergegeven in de Navigator. Standaard worden alle niveaus weergegeven. Zie de stappen hieronder om de weergegeven kop-niveaus te wijzigen.
Op de werkbalk Standaard klikt u op het pictogram Navigator om de Navigator te openen.
Klik, in de Navigator, op het pictogram Inhoud weergeven.
U kunt het volgende doen:
Sleep een kop naar een nieuwe locatie in de lijst van de Navigator.
Klik op een kop in de lijst Navigator en klik dan pictogramNiveau hoger.of pictogram Niveau lager.
.
Om de kop zonder de onderliggende tekst te verplaatsen, houdt u de toets CommandoCTRL ingedrukt terwijl u op de pictogrammen Hoofdstuk hoger of Hoofdstuk lager klikt.
Selecteer de kop in de lijst van de Navigator.
Klik op het pictogram Eén niveau omhoog of Eén niveau omlaag
.
Klik op het pictogram Weergegeven kopregelniveaus en selecteer vervolgens een getal in de lijst.